/

Melk jij de juiste koe?

Melk jij de juiste koe?

November 2022

Niek Robot VMS mobiel_800x533.png

Eerder schreven we al eens een artikel over “hoe vaak mag je een koe eigenlijk melken”? Dat heeft voor vele vragen gezorgd aan onze adviseurs. Het is echter geen A, B, C’tje wat je zo maar even bij elk bedrijf toepast en wat voor het gewenste resultaat zorgt. De basis kunnen we goed neerzetten, alleen als we gaan optimaliseren dan hebben we te maken met bedrijfsspecifieke kenmerken. Waar we rekening mee moeten houden gaan we in dit artikel bespreken. Hoe zorg ik voor het optimale aantal melkingen voor mijn veestapel?

Waar begint het mee?

Eerst even het geheugen opfrissen. Waarom willen we ook alweer een verdeling van het aantal melkingen? We willen efficiënt gebruik maken van de melkrobot, met welke bezetting dan ook. We moeten ons namelijk realiseren dat elke voor- en nabehandeling, energie, water en verbruiksmiddel vraagt. De melkingen die we dan op een dag gaan uitvoeren moeten wel een doel dienen. En de kosten moeten opwegen tegen de baten.

Een juiste verdeling van melkingen door middel van de melkpermissie is belangrijk. Dit doen we om ervoor te zorgen dat we voldoende ruimte hebben voor de verse koeien om gemolken te worden. Ten eerste omdat deze dieren in het begin van de lactatie de ruimte moeten krijgen om de productie optimaal te stimuleren. Daarnaast moeten zij ook voldoende krachtvoer kunnen opnemen tijdens hun bezoeken. Ranghoge dieren zorgen uit zichzelf voor een frequent bezoek, de ranglage dieren zijn juist gebaat bij de juiste instellingen, zodat zij ook de mogelijkheid krijgen om gemolken te worden.

Ten tweede willen we dieren melken wanneer er voldoende melk in de boezem beschikbaar is. Deze direct beschikbare melk zorgt ervoor dat we vlot kunnen melken en dat we een lagere speenbelasting realiseren. In relatie tot de uiervulling is ook de positie van de spenen onder de uier belangrijk. De perfecte uier kan altijd worden aangesloten, maar elke veestapel kent ook minder perfecte uiers. Met voldoende vulling zorgen we ervoor dat deze dieren snel en goed kunnen worden aangesloten.

Als we dit willen dan hebben we een aantal bedrijfsfactoren waar we rekening mee moeten houden;

  • De bezetting van de VMS-melkrobot
  • De gift per melkbeurt die we nastreven
  • De gemiddelde dagelijkse melkgift van de veestapel

Deze factoren zorgen ervoor dat we de juiste uitgangspunten hebben en dat we kunnen zorgen voor een optimaal gebruik van de VMS.

Optimale Dynamische melkpermissie instellingen

Om de optimale instellingen te vinden op bedrijfsniveau, hebben we naast de bedrijfsfactoren ook een aantal koefactoren waar we rekening mee moeten houden. Als we vanuit het diergezondheidsaspect kijken, moeten we tussen twee melkingen ten minste 5 uur tijd hebben. Daarnaast is een melkgift per melkbeurt van 10 kilogram of meer gewenst. Uiteraard heeft de gemiddelde melkgift van de veestapel hier een grote invloed op. Alleen de range waarin we ons begeven is eigenlijk nooit lager dan 8  en nooit hoger dan 14 kilogram. Als stelregel hanteren we de gemiddelde melkgift van de veestapel gedeeld door drie. En, afhankelijk van de bezetting van de VMS-melkrobot, ronden we deze naar boven (volle bezetting) of beneden af (lage bezetting). Deze melkgift per melkbeurt waar we naar streven stellen we in als de verwachte melkgift in de dynamisch melkpermissie instellingen1. Daarnaast hanteren we een aantal uren sinds de laatste melkbeurt als een vangnet. Zo zorgen we ervoor dat koeien een minimaal aantal keren per dag gemolken kunnen worden. Dit gebeurt als een koe binnen deze tijd de drempel van de verwachte melkgift nog niet heeft bereikt. 

Inzicht in uw situatie

Om de effecten van de dynamische melkpermissies inzichtelijk te maken gebruiken onze adviseurs een tool. Hier kunnen ze eenvoudig laten zien hoe de  potentiële melkingen zijn verdeeld voor uw koeien. U heeft dan in één oogsopslag inzichtelijk welke koeien op basis van verstreken tijd en welke op basis van verwachte melkgift melktoestemming krijgen.

Door een grafiek op bedrijfsniveau krijgt u grafisch inzicht in de mogelijkheden voor uw veestapel. Wanneer u wilt  dat dieren met een hoge productie  in het begin van de lactatie vaak gemolken mogen worden, dan moeten we vooral deze dieren in de verse periode nagenoeg onbeperkt toegang geven. Door de kilogrammen in de eerste en tweede periode gelijk te houden zal een dier ook niks merken van de overgang naar de middenperiode. Het aantal melkingen blijft daarmee op peil en de potentie die het dier heeft blijft daarmee benut. Ook de potentie van de VMS blijft benut door deze te gebruiken voor de meest efficiënte melkingen. Dit zorgt ervoor dat de kostprijs van de geproduceerde kilogrammen geoptimaliseerd blijft.

Als we kijken naar de twee onderstaande afbeeldingen, waar we hetzelfde bedrijf zien maar met andere instellingen, zien we in grafiek 1 een lage drempel qua uren. Hierdoor krijgen veel dieren melkpermissie op basis van uren. In potentieel heeft een groot deel van de veestapel dus veel melkpermissie, waardoor we ook veel melkingen krijgen met een lagere melkgift per melkbeurt. Wanneer we dit vergelijken met grafiek 2, waar de drempel qua uren is verhoogd naar 10 en waarmee we sturen op de kilogrammen per melking en de uren te gebruiken als vangnet, zien we dat de dieren met een hoge productie nog steeds vaak gemolken kunnen worden. Ook zien we dat de dieren met een lagere productie minder vaak mogen komen, waardoor we de VMS de ruimte ook geven de juiste dieren te melken.

Bent u geïnteresseerd wat dit voor uw bedrijf betekent, of hoe dit voor uw bedrijf eruit ziet? Neem dan contact op met uw Dairy Advisor, zij helpen u graag verder.

Grafiek 1.png

Grafiek 1. In de bovenstaande grafiek ziet u een overzicht waar elke stip een koe vertegenwoordigd, alle dieren in het blauwe vlak hebben melktoestemming op basis van uren. Daarboven krijgen de dieren melktoestemming op basis van kilogrammen. Dieren in het middelste blauwe vlak (na 80 dagen in lactatie, dagelijkse productie van maximaal 36.0 kg) krijgen elke 6 uur melktoestemming, dit betekent dat zij in potentie 4x per dag gemolken mogen worden ongeacht hun productie. Dieren met een productie hoger dan 36 kilogram mogen, afhankelijk van hun productieniveau, vaker dan 4.0 keer per dag gemolken worden. Voor een dier met een productie van 50 kilogram betekent dit dat zij 50 kg productie/ 9.0 kg per melkbeurt = 5.5 potentiële melkingen per dag.

Grafiek 2.png

Grafiek 2. In de bovenstaande grafiek ziet u een overzicht waar elke stip een koe vertegenwoordigt, alle dieren in het blauwe vlak hebben melktoestemming op basis van uren, en daarboven krijgen de dieren melktoestemming op basis van kilogrammen. Dieren in het middelste blauwe vlak krijgen elke 10 uur melktoestemming, dit betekent dat zij in potentie 2.4x per dag gemolken mogen worden ongeacht hun productie. Dieren met een productie van 22 kilogram of meer mogen, wanneer zij voldoen aan de verwachte melkgift in de uier van 9.0 kg of meer, gemolken worden. Voor een dier met een productie van 50 kilogram betekent dit dat zij 50 kg productie/ 9.0 kg per melkbeurt = 5.5 potentiële melkingen per dag.

 

1) Dynamische melkpermissie instellingen: benaming voor module in DelPro Farm Manager waar de instellingen worden geregistreerd voor de melkpermissie bepaling van de individuele dieren op basis van lactatiestadium, pariteit, uren sinds laatste melkbeurt en verwachte melkgift in kilogrammen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Nog meer weten over de producten, acties en andere interessante weetjes over DeLaval?

Ik geef DeLaval NV toestemming om mij nieuwsbrieven en ander marketingmateriaal via e-mail te sturen en om mijn persoonlijke gegevens voor dit doel te verwerken.

U kunt zich te allen tijde afmelden door op de afmeldlink in de nieuwsbrief te klikken. Hier kunt u informatie vinden over hoe DeLaval persoonsgegevens verwerkt die via de website en nieuwsbrieven zijn verzameld.